Re: AEGON SprintPlan, The Saga Continues
Geplaatst: 16 okt 2018 09:20
12 december 2017, AEGON BANK N.V. schreef:Het arrest van Hof Amsterdam van 1 augustus 2017
Op 1 augustus 2017 heeft het hof Amsterdam een uitspraak gedaan in een geschil tussen Dexia Bank Nederland en een klant van Dexia over een effectenleaseovereenkomst genaamd AEX Plus Effect Vooruitbetaling. In dit arrest wijkt het hof uitdrukkelijk af van het oordeel van de Hoge Raad in het arrest van 2 september 2016.
Jammer maar helaas voor Aegon.
De Hoge Raad houdt op 12 oktober 2018 in uitspraak HR:2018:1935 zijn eerdere uitspraak HR:2016:2012 van 2 september 2016 volledig in stand, vernietigt het hierboven door Aegon aangehaalde arrest van gerechtshof Amsterdam van 1 augusutus 2017 en verwijst het geding naar gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling en beslissing.
3.6.4 De kern van het arrest (B]/Dexia betreft de omstandigheid dat art. 41 NR 1999 Dexia verbood om een leaseovereenkomst met een afnemer aan te gaan indien zij wist of behoorde te weten dat de daarbij optredende tussenpersoon, zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunning, tevens als financieel adviseur is opgetreden (zie hiervoor in 3.4.2). In zo’n geval staat niet voorop dat Dexia ten aanzien van de hier bedoelde afnemer tekortschoot in haar hiervoor in 3.3.3 en 3.3.4 genoemde zorgplicht, maar dat zij contracteerde in weerwil van een wettelijk verbod dat juist ertoe strekt om de afnemer te beschermen tegen het aangaan van een beleggingsovereenkomst na advies door een adviseur zonder de benodigde vergunning.
Het is deze laatste omstandigheid – het contracteren in weerwil van dit verbod – die Dexia bij de toepassing van art. 6:101 BW zwaar moet worden aangerekend (zie hiervoor in 3.4.4). Bij effectenleaseovereenkomsten die tot stand zijn gekomen op een wijze als hier aan de orde, is de inhoud van het advies niet meer van belang, evenmin als een eventueel eigen inzicht van de afnemer in het aan te schaffen product. Dexia had de afnemer immers hoe dan ook moeten weigeren