Re: Verkeerde laptop gekocht, doos al bij het vuilnis.
Geplaatst: 20 sep 2011 12:47
Waarom gaat redelijkheid en billijkheid c.q. ongeschreven wet voor (dwingende) wetgeving c.q. geschreven wet?
Radar Forum
https://radar-forum.avrotros.nl/
Omdat de consument ook een eigen verantwoordelijkheid heeft.alfatrion schreef:Waarom gaat redelijkheid en billijkheid c.q. ongeschreven wet voor (dwingende) wetgeving c.q. geschreven wet?
Gaat niet voor, is onderworpen aan.alfatrion schreef:Waarom gaat redelijkheid en billijkheid c.q. ongeschreven wet voor (dwingende) wetgeving c.q. geschreven wet?
Dat haal ik er niet uit.alfatrion schreef:Je legt de koper hier een onderzoeksplicht op waarvan art. 7:23 lid 1 derde volzin BW zegt dat deze niet aan een consument mag worden opgelegt.
Op de doos staat het wel degelijk.adSolvendum schreef:Dat haal ik er niet uit.alfatrion schreef:Je legt de koper hier een onderzoeksplicht op waarvan art. 7:23 lid 1 derde volzin BW zegt dat deze niet aan een consument mag worden opgelegt.
Maar evengoed, valt het kwalificeren van de verwachting van het lezen van duidelijk zichtbare letters op een doos als 'onderzoeksplicht' wel als redelijk en billijk te beschouwen dan?
Voor alle duidelijkheid:De koper kan zich er niet op beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn.
De TS heeft er zowiezo niets aan.henk51 schreef:alfatrion en
adSolvendum
Waarom spreken jullie niet af in een cafe en ga daar verder met jullie hanen gedrag
Aan al dat gezwam heeft vragensteller niets wees eens volwassen
gr Henk
adSolvendum schreef:Dat haal ik er niet uit.alfatrion schreef:Je legt de koper hier een onderzoeksplicht op waarvan art. 7:23 lid 1 derde volzin BW zegt dat deze niet aan een consument mag worden opgelegt.
De woorden "redelijkerwijs had behoren te ontdekken" impliceren een onderzoeksplicht. Als hoofdregel heeft een koper dus een onderzoeksplicht na de koop.Artikel 7:23 lid 1 eerste volzin schreef:De koper kan er geen beroep meer op doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven.
De woorden "redelijkerwijs had behoren te ontdekken" of woorden van gelijke steking ontbreken hier. Wanneer je een consument bent gaat er derhalve niet om wanneer je het had kunnen ontdekken, maar wanneer je het daadwerkelijk had ontdekt. Dit wordt in de literatuur, parlementaire geschiedenis en jurisprudentie bevestigd.Artikel 7:23 lid 1 derde volzin schreef:Bij een consumentenkoop moet de kennisgeving binnen bekwame tijd na de ontdekking geschieden, waarbij een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na de ontdekking tijdig is.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 809, nr. 3, p. 24 schreef:In de tweede plaats is het moment van ontdekking het startpunt van deze termijn en niet eventueel het moment waarop de koper de afwijking redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Dit betekent dat de richtlijn het niet toestaat dat bij een consumentenkoop op de koper een onderzoeksplicht rust in die zin dat hij de hem afgeleverde zaak op haar
conformiteit dient te onderzoeken. In de derde zin die aan artikel 23 lid 1 wordt toegevoegd, wordt daarom tot uitdrukking gebracht dat de koper bij een consumentenkoop de kennisgeving binnen bekwame tijd na ontdekking dient te verrichten, doch dat hem daarvoor een termijn van twee maanden na ontdekking wordt gegund. Dit betekent dat afhankelijk van de omstandigheden de koper ook een langere termijn dan twee maanden na de ontdekking tot zijn beschikking kan hebben. Bij de koop van bepaalde zaken kan immers een langere termijn dan twee maanden acceptabel zijn.
Wellicht, maar nu in specifieke dwingende wetgeving is vast gelegd dat de consument geen onderzoeksplicht na de koop heeft, zal een rechter daar niet aan toe komen.adSolvendum schreef:Maar evengoed, valt het kwalificeren van de verwachting van het lezen van duidelijk zichtbare letters op een doos als 'onderzoeksplicht' wel als redelijk en billijk te beschouwen dan?
Partijen sluiten een koopovereenkomst waarbij de verkoper zaak A levert en de koper in ruil daarvoor een geld in prijs zal betalen. Nu het een genuszaak betreft kan de koper ten tijde dat de overeenkomst gesloten werd niet redelijkerwijs bekend zijn of het niet aan de overeenkomst beantwoord.Artikel 17, lid 5 schreef:De koper kan zich er niet op beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn.
Dat kan heel goed. Je neemt het product mee naar huis, gebruikt het, wacht drie dagen, schrijft een brief met die strekking en stuurt die naar de winkelier.BBCS schreef:Dan kan het nooit zo zijn dat de koper weet dat die een verkeerd product heeft gekregen (is zeer duidelijk), dat die het product toch in gebruik gaat nemen en na 3 dagen aan de verkopende partij gaat mededelen dat hij een verkeerd product heeft.
Kennelijk was koper deskundig genoeg om de afwijkende afmetingen van het scherm te herkennen. Om een mededeling die daartoe strekt op de verpakking te herkennen is geen deskundigheid vereist.pagina 10 schreef:Artikel 7:23 lid 1 BW vereist dat de koper de verkoper binnen bekwame tijd
nadat hij de de non-conformiteit heeft ontdekt of redelijkerwijs had
behoren te ontdekken, kennis geeft. Of ingevolge dit artikel de koper de
verkoper tijdig in kennis heeft gesteld, hangt af van tal van omstandigheden,
zoals de aard van het gekochte, de deskundigheid, de onderlinge
verhouding en de juridische kennis van beiden.
Dat het scherm 17" ipv. 15" was kon de koper, alvorens de verpakking te openen, althans alvorens de verpakking weg te gooien, vrijwel onmogelijk zijn ontgaan.pagina 18 schreef:Titel 7.1 BW kent niet de expliciete
regel dat de koper zich niet op non-conformiteit kan beroepen wanneer de
koper bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn met het gebrek. Niettemin
kan in die situatie niet gezegd worden dat de koper die gemiste
eigenschappen mocht verwachten. Het redelijkerwijs bekend kunnen zijn
legt op de koper geen onderzoeksplicht, maar voorkomt dat de koper zich
er op beroept dat hem het gebrek onbekend was terwijl het gebrek hem
vrijwel onmogelijk kon zijn ontgaan.
Wetgeving kan niet aan de kant gezet worden omdat deze niet redelijk of billijk zou zijn. Dat kan pas wanneer het onaanvaardbaar is. Dat is een strenge eis. Ik acht het aanvaardbaar omdat de verkoper dit dit eenvoudig kan voorkomen door zelf te controleren of hij wel levert wat hij belooft heeft.adSolvendum schreef:Ook dwingende wetgeving is soms niet redelijk en billijk, het beginsel waar alle rechtspraak aan behoort te voldoen.
Dat doet er niets af aan het feit dat het hier een consumentenkoop betreft en daarom de eerste zin van het eerste lid van art 23 van het zevende burgerlijk wetboek niet van toepassing is.adSolvendum schreef:Kennelijk was koper deskundig genoeg om de afwijkende afmetingen van het scherm te herkennen. Om een mededeling die daartoe strekt op de verpakking te herkennen is geen deskundigheid vereist.
Stel: een consument besteld bij een webwinkel een 15" laptop. De winkel stuurt echter een 17" laptop. Deze laptop is non-conform geleverd. Het kon de koper niet redelijkerwijs bekend zijn dat de verkoper een 17" scherm zou leveren. Het openen van de doos veranderd niets aan deze feiten. Immers, de geschiedenis is onveranderlijk.adSolvendum schreef:Dat het scherm 17" ipv. 15" was kon de koper, alvorens de verpakking te openen, althans alvorens de verpakking weg te gooien, vrijwel onmogelijk zijn ontgaan.pagina 18 schreef:Titel 7.1 BW kent niet de expliciete
regel dat de koper zich niet op non-conformiteit kan beroepen wanneer de
koper bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn met het gebrek. Niettemin
kan in die situatie niet gezegd worden dat de koper die gemiste
eigenschappen mocht verwachten. Het redelijkerwijs bekend kunnen zijn
legt op de koper geen onderzoeksplicht, maar voorkomt dat de koper zich
er op beroept dat hem het gebrek onbekend was terwijl het gebrek hem
vrijwel onmogelijk kon zijn ontgaan.
Waarschijnlijk hebben ze hier ook een heel jaar over vergaderdTweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 809, nr. 3, p. 24 schreef:
Diens laptop is inmiddels al uit de garantieEn wat heerlijk toch hoe die post van de TS weer is verwaterd in een onderlinge discussie
Stel die consument bestelt een rode en krijgt een blauwe. De kleur staat op de doos duidelijk aangegeven. Laatstelijk op het moment dat de doos wordt geopend mag van die consument wel verwacht worden dat deze het niet overeenstemmen opmerkt. Het uit de doos halen, in gebruik nemen, en de doos weggooien zal hiertoe niet meer bijdragen.alfatrion schreef:Stel: een consument besteld bij een webwinkel een 15" laptop. De winkel stuurt echter een 17" laptop.
biedt m.i. voldoende houvast dit te motiveren. U vertaald dit naar het onmogelijk kunnen weten door de koper dat de verkoper de verkeerde zaak zou afleveren. Dan gaat u voorbij aan dit:Het redelijkerwijs bekend kunnen zijn
legt op de koper geen onderzoeksplicht, maar voorkomt dat de koper zich
er op beroept dat hem het gebrek onbekend was terwijl het gebrek hem
vrijwel onmogelijk kon zijn ontgaan.
Of de zaak aan de overeenkomst beantwoordt moet worden beoordeeld
naar het moment van aflevering. Zie Parl. Gesch. Boek 7, p. 118.
Dit is een onjuiste opvatting. Een consumentenkoop is altijd een koop, een koop niet altijd een consumentenkoop. De regels voor een koop die niet expliciet als consumentenkoop wordt aangemerkt doch de consumentenkoop niet uitsluiten, gelden ook voor de consumentenkoop.alfatrion schreef:Dat doet er niets af aan het feit dat het hier een consumentenkoop betreft en daarom de eerste zin van het eerste lid van art 23 van het zevende burgerlijk wetboek niet van toepassing is.
Uitgaande van de laptop in de onjuiste kleur is dit moment laatstelijk het openen van de doos. De oorspronkelijke verbintenis van de verkoper strekte tot het leveren van de bestelde laptop, hierbij hoort de verpakking, de zaak in de winkel ontdoen van de verpakking en zo meegeven zal wel niet gebruikelijk zijn in het normale verkeer. De prestatie waarmee de verkoper aan de verbintenis heeft proberen te voldoen moet ongedaan gemaakt worden wanneer koper herstel van deze prestatie eist. Hier hoort de doos bij. Het niet teruggeven van de doos is een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis, schade hierdoor ontstaan komt ex. 6:74 lid 1 BW in beginsel in aanmerking voor vergoeding:Hij die een individueel bepaalde zaak moet afleveren, is verplicht tot de aflevering voor deze zaak zorg te dragen op de wijze waarop een zorgvuldig schuldenaar dit in de gegeven omstandigheden zou doen.
Het valt of staat niet met de vraag of de doos terug moet. De doos moet in beginsel terug. Het valt of staat met de vraag of teruggave van de doos nog wel verwacht kan worden, i.e. is dit redelijk en billijk. Is de non-conformiteit evident bij aflevering, dan dient die vraag m.i. met ja beantwoord te worden.Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
Eindelijk iemand met een gezond verstandMijn visie is dat doordat de koper toch tegen beter weten in volop van die 17 inch notebook gebruik is gaan maken, dat de claim op de non-conformiteit daarmee vervallen is.
Hij wist het, en is ervan gebruik gaan maken, en heeft daardoor het verkeerde product geaccepteerd.
Welke verplichting de verkoper heeft moeten we bepalen aan de hand van de overeenkomst. Of de verkoper zich gehouden heeft moeten bepalen op het moment dat de verkoper geleverd heeft.adSolvendum schreef:Dit:biedt m.i. voldoende houvast dit te motiveren. U vertaald dit naar het onmogelijk kunnen weten door de koper dat de verkoper de verkeerde zaak zou afleveren. Dan gaat u voorbij aan dit:Het redelijkerwijs bekend kunnen zijn
legt op de koper geen onderzoeksplicht, maar voorkomt dat de koper zich
er op beroept dat hem het gebrek onbekend was terwijl het gebrek hem
vrijwel onmogelijk kon zijn ontgaan.Of de zaak aan de overeenkomst beantwoordt moet worden beoordeeld
naar het moment van aflevering. Zie Parl. Gesch. Boek 7, p. 118.
Laat ik anders stellen: de koper blijft een consument en artikel 7:23 lid 1 derde volzin BW bepaald dat hij geen onderzoeksplicht na de koop heeft. Een verplichting om voor het openen eerst te lezen wat er op de doos staat is een onderzoeksplicht na de koop. Ook een deskundige consument heeft geen onderzoeksplicht na de koop. Indien de verkoper wilt dat de termijn van twee maanden ingaat op het moment van aflevering, zal hij moeten bewijzen dat deze deskundige consument op dat moment ook daadwerkelijk heeft gelezen wat er in de doos stand.adSolvendum schreef:De regels voor een koop die niet expliciet als consumentenkoop wordt aangemerkt doch de consumentenkoop niet uitsluiten, gelden ook voor de consumentenkoop.
Dat heb ik ook niet gesteld.adSolvendum schreef:Dat de koper dit pas na twee maanden hoeft te melden bij de verkoper, houdt niet in dat dit een vrijbrief is verder met het gekochte te doen wat men wil.
Artikel 7:10 BW.adSolvendum schreef:Hoe de koper om moet gaan met een gekochte zaak terwijl deze inmiddels weet dat deze niet conform is, wordt niet beschreven bij de regeltjes voor de koopovereenkomst.
Eens. Een blauwe laptop is non-conform dus die mag je niet gaan gebruiken. Wanneer je dat toch doet moet je de schade vergoeden.adSolvendum schreef:De incorrecte prestatie dient echter teruggedraaid te worden. Uitgangspunt hierbij is dat de situatie na terugdraaien naar alle redelijkheid en billijkheid gelijk dient te zijn aan de situatie voor dat de prestatie werd verricht, restitutio in integrum. Dit komt tot uitdrukking in de verbintenis tot ongedaanmaking van de prestatie.
Je geef je de consument weer een onderzoeksplicht na de koop. Die verplichting heeft hij niet!adSolvendum schreef:Vanaf het moment dat koper weet of redelijkerwijs zou moeten weten dat de verkeerde laptop terug moet is deze gehouden aan 6:27 BW:
Heb ik vanaf het begin aangegeven dat de koper een schadevergoeding moet betalen voor de doos, dus hier zijn we het over eens.adSolvendum schreef:Is de non-conformiteit evident bij aflevering, dan dient die vraag m.i. met ja beantwoord te worden.
En als de levering bestaat uit een blauwe laptop en de koper gaat volop van die blauwe laptop, dan is het onredelijk om te zeggen dat de koper nog een claim op non-conformiteit kan doen omdat het geen rode laptop is.alfatrion schreef: In de koop overeenkomst staat "te leveren een rode laptop". De koop betref een rode laptop. Het moment van aflevering is op het moment dat de laptop wordt afgeleverd bij de koper.