Het verdwenen testament
Geplaatst: 12 jul 2019 16:49
Nadat zijn broer, zijn enige wettige erfgenaam, was overleden is dhr X met zijn vriend dhr S naar een notaris gegaan om een testament op te laten maken.
Dan vertelt dhr X mij dat familie op bezoek was geweest om hem te vertellen dat hij geen testament hoefde te maken want de staat zou er wel voor zorgen. Dhr X zei dat hij al een testament had gemaakt en dat ik er ook in stond.
Toen dhr X na een hersenbloeding werd opgenomen in een verpleeghuis werd duidelijk dat hij niet meer beter zou worden. Dhr S is met leden van de kerk het huis van dhr X gaan ontruimen en hebben daarmee de nalatenschap aanvaard. Bovendien heeft mw S de partner van dhr S tegen de buurvrouw van dhr X gezegd: 'de familie krijgt niets'.
Dan moet er een bewindvoerder worden aangesteld.
Dhr X wilde dat dhr S bewindvoerder zou worden. Maar de familie en de kantonrechter waren het daar niet mee eens en is het een achternicht geworden.
Na het overlijden van dhr X werd ik gebeld door een nicht van dhr X die zei: 'Maaike er is geen testament, het spijt me voor je maar jij krijgt dus niets, we gaan het met zijn zevenen verdelen en geven de kerk ook wat'.
Ik heb de kantonrechter geschreven dat er wel een testament was. De kantonrechter vond het niet nodig dat ik nog reageerde.
Omdat het verhaal van de familie niet klopte met wat dhr X mij had verteld, heb ik een notaris gevraagd navraag te doen bij het Testamentenregister. Ik kreeg een uittreksel uit het Testamentenregister waarop als referentie stond de initialen van de notaris en zijn secretaresse. Volgens een medewerkster van het Testamentenregister is dat onmogelijk. Een uittreksel wordt digitaal aangevraagd en digitaal verzonden. Van mw S. notaris, kreeg ik een uittreksel uit het Testamentenregister waarop de datum duidelijk was weg gelakt. Dit omdat mw S het testament heeft opgesteld maar nu beweert dat zij pas na het overlijden van dhr X is benaderd.
De twee uittreksels uit het Testamentenregister die ik heb ontvangen verschillen in ernstige mate van elkaar en dat is volgens een medewerkster van het Testamentenregister en een medewerker van de Notaristelefoon onmogelijk.
Mijn klacht bij de Kamer voor het Notariaat is binnen 10 dagen door dhr Van S ongegrond verklaard.
Een medewerker van de Notaristelefoon adviseerde mij inzage te vragen in het Boedelregister. Ik kreeg van de kantonrechter te horen dat ik geen recht had op inzage. Volgens de medewerker van de notaris telefoon is dit pertinent onjuist. Dat staat ook in artikel 7 van het Besluit Boedelregister.
Ik heb een klacht ingediend bij B, president van de Rechtbank.
Dhr B schrijft dat ik wel recht heb op inzage in het Boedelregister. Dus heb ik weer een aanvraag ingediend.
Ik kreeg antwoord van mw J van de afdeling Handel. Zij informeert mij onjuist door te beweren dat inzage niet verder gaat dan het verstrekken van een uittreksel. Dan blijkt dat mw J van de afdeling Handel ook het uittreksel uit het Boedelregister heeft ondertekend. Dit omdat de medewerker die dit normaliter doet heeft geweigerd mij onjuist te informeren en een vervalst stuk te ondertekenen.
Dhr B schrijft als ik het niet eens ben met zijn uitspraak ik in beroep kan gaan bij de Hoge Raad. Dat heb ik gedaan zonder resultaat.
Ik heb een advocaat mw van O, gespecialiseerd in erfrecht benaderd, Zij schrijft in opdracht van dhr F dat zij niet twijfelt aan de authenticiteit van de uittreksels uit het Testamentenregister.
Dhr F heeft mw van O aangezet tot het zich schuldig maken aan valsheid in geschrifte.
Ik heb een klacht ingediend bij het OM.
Dhr C, plv Hoofdofficier van Justitie, denkt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor strafbare feiten.
Ook dhr N ziet geen aanwijzingen voor strafbare feiten.
Na een artikel 12 procedure werd het beklag ongegrond verklaard door de voorzitter Raadkamer beklagzaken, W.
Bij het OM twijfelt men niet aan de authenticiteit van de uittreksels uit het Testamentenregister die overduidelijk zijn vervalst.
Ik heb opnieuw de Hoge Raad benaderd
Maar ook dhr S, griffier, verwijst naar de 2 uittreksels die zijn vervalst maar zo niet voor dhr S.
Ik ben met opzet onjuist geinformeerd door dhr B, dhr C, dhr A, dhr S, en dhr W.
Dat is dus valsheid in geschrifte om een corrupte kantonrechter en notaris de hand boven het hoofd te houden.
Ik heb de Raad van State om advies gevraagd. Maar ook de Raad van State vindt het goed dat een vrij aanzienlijke nalatenschap wordt ontvreemd door neven en nichten van de erflater.
Dan hoor ik dat de bewindvoerder, de kantonrechter heeft gezegd dat ik de huishoudster was van dhr X. Ik woonde op ca 75 km van dhr X vandaan en was dus niet de huishoudster.
Dan vertelt dhr X mij dat familie op bezoek was geweest om hem te vertellen dat hij geen testament hoefde te maken want de staat zou er wel voor zorgen. Dhr X zei dat hij al een testament had gemaakt en dat ik er ook in stond.
Toen dhr X na een hersenbloeding werd opgenomen in een verpleeghuis werd duidelijk dat hij niet meer beter zou worden. Dhr S is met leden van de kerk het huis van dhr X gaan ontruimen en hebben daarmee de nalatenschap aanvaard. Bovendien heeft mw S de partner van dhr S tegen de buurvrouw van dhr X gezegd: 'de familie krijgt niets'.
Dan moet er een bewindvoerder worden aangesteld.
Dhr X wilde dat dhr S bewindvoerder zou worden. Maar de familie en de kantonrechter waren het daar niet mee eens en is het een achternicht geworden.
Na het overlijden van dhr X werd ik gebeld door een nicht van dhr X die zei: 'Maaike er is geen testament, het spijt me voor je maar jij krijgt dus niets, we gaan het met zijn zevenen verdelen en geven de kerk ook wat'.
Ik heb de kantonrechter geschreven dat er wel een testament was. De kantonrechter vond het niet nodig dat ik nog reageerde.
Omdat het verhaal van de familie niet klopte met wat dhr X mij had verteld, heb ik een notaris gevraagd navraag te doen bij het Testamentenregister. Ik kreeg een uittreksel uit het Testamentenregister waarop als referentie stond de initialen van de notaris en zijn secretaresse. Volgens een medewerkster van het Testamentenregister is dat onmogelijk. Een uittreksel wordt digitaal aangevraagd en digitaal verzonden. Van mw S. notaris, kreeg ik een uittreksel uit het Testamentenregister waarop de datum duidelijk was weg gelakt. Dit omdat mw S het testament heeft opgesteld maar nu beweert dat zij pas na het overlijden van dhr X is benaderd.
De twee uittreksels uit het Testamentenregister die ik heb ontvangen verschillen in ernstige mate van elkaar en dat is volgens een medewerkster van het Testamentenregister en een medewerker van de Notaristelefoon onmogelijk.
Mijn klacht bij de Kamer voor het Notariaat is binnen 10 dagen door dhr Van S ongegrond verklaard.
Een medewerker van de Notaristelefoon adviseerde mij inzage te vragen in het Boedelregister. Ik kreeg van de kantonrechter te horen dat ik geen recht had op inzage. Volgens de medewerker van de notaris telefoon is dit pertinent onjuist. Dat staat ook in artikel 7 van het Besluit Boedelregister.
Ik heb een klacht ingediend bij B, president van de Rechtbank.
Dhr B schrijft dat ik wel recht heb op inzage in het Boedelregister. Dus heb ik weer een aanvraag ingediend.
Ik kreeg antwoord van mw J van de afdeling Handel. Zij informeert mij onjuist door te beweren dat inzage niet verder gaat dan het verstrekken van een uittreksel. Dan blijkt dat mw J van de afdeling Handel ook het uittreksel uit het Boedelregister heeft ondertekend. Dit omdat de medewerker die dit normaliter doet heeft geweigerd mij onjuist te informeren en een vervalst stuk te ondertekenen.
Dhr B schrijft als ik het niet eens ben met zijn uitspraak ik in beroep kan gaan bij de Hoge Raad. Dat heb ik gedaan zonder resultaat.
Ik heb een advocaat mw van O, gespecialiseerd in erfrecht benaderd, Zij schrijft in opdracht van dhr F dat zij niet twijfelt aan de authenticiteit van de uittreksels uit het Testamentenregister.
Dhr F heeft mw van O aangezet tot het zich schuldig maken aan valsheid in geschrifte.
Ik heb een klacht ingediend bij het OM.
Dhr C, plv Hoofdofficier van Justitie, denkt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor strafbare feiten.
Ook dhr N ziet geen aanwijzingen voor strafbare feiten.
Na een artikel 12 procedure werd het beklag ongegrond verklaard door de voorzitter Raadkamer beklagzaken, W.
Bij het OM twijfelt men niet aan de authenticiteit van de uittreksels uit het Testamentenregister die overduidelijk zijn vervalst.
Ik heb opnieuw de Hoge Raad benaderd
Maar ook dhr S, griffier, verwijst naar de 2 uittreksels die zijn vervalst maar zo niet voor dhr S.
Ik ben met opzet onjuist geinformeerd door dhr B, dhr C, dhr A, dhr S, en dhr W.
Dat is dus valsheid in geschrifte om een corrupte kantonrechter en notaris de hand boven het hoofd te houden.
Ik heb de Raad van State om advies gevraagd. Maar ook de Raad van State vindt het goed dat een vrij aanzienlijke nalatenschap wordt ontvreemd door neven en nichten van de erflater.
Dan hoor ik dat de bewindvoerder, de kantonrechter heeft gezegd dat ik de huishoudster was van dhr X. Ik woonde op ca 75 km van dhr X vandaan en was dus niet de huishoudster.